Rss Feed
Tweeter button
Facebook button
Technorati button
Myspace button
Linkedin button

De Zwedentrip

31 mei.

Op een mooie zonnige zondagochtend staan we bijna klaar voor vertrek. Maar Roger is zijn paspoort kwijt. Alles doorzoeken we totdat ik in een helder moment bedenk dat ie ook in mijn tas kan zitten. Dit blijkt te kloppen. Aldus gewapend met twee paspoorten en veel te veel andere spullen stappen we in onze Koreaanse auto en rijden weg.
We zijn nog geen twintig minuten onderweg of we zien op de Duitse snelweg een oude volkswagen via de linkerbaan over de kop rollend rechts het veld in vliegen. We stoppen snel op de vluchtstrook, net als een ander stel, en haasten ons naar de gecrashte auto. Als ik als eerste aankom zie ik een man beduusd rondkijken. Ik vraag hem of hij ok is en of er nog iemand anders in de auto zit. Op de eerste vraag antwoordt hij bevestigend, op de tweede ontkennend. De man krijgt het voor elkaar om zelf uit zijn gekantelde auto te klimmen, ik help hem wel met het ontwarren van zijn autogordel. Van de auto is niet veel meer over. Het veld ligt bezaaid met een accu, een koplamp en nog wat andere onderdelen. De man heeft een snee in zijn hoofd maar niet erg diep en wat kleine sneetjes her en der. Hij verklaart dat hij moest niezen en daardoor van de weg raakte. Hij was net op weg van zijn werk naar huis. Het andere stel heeft intussen de politie gebeld en binnen tien minuten verschijnen er twee brandweerauto’s en een politiewagen. De brandweerman sleept het slachtoffer mee naar de auto, ondanks dat er tegenwerpingen worden gedaan. Er wordt door iemand naar zijn hoofdwond gekeken. De rest van de brandweer stuurt ons van de auto weg en gaat op zoek naar brokstukken. De politieagent stelt een aantal vragen en dan mogen we weer op weg.
Dit alles speelt zich af in een tijdsbestek van twintig minuten, van begin tot eind. Een erg vreemde gewaarwording.
Gelukkig gebeurt er het hele verdere stuk door Duitsland niks vreemds. Als we echt bovenin Duitsland zijn zoeken we de borden naar Flensburg. Maar onze tomtom stuurt ons een heel andere kant op en voordat we het weten zijn we op weg naar de veerboot. Dit was niet ons plan! We willen eigenlijk via de tolbrug over naar Taarstrup, vlakbij Kopenhagen. Echter we besluiten voor deze keer de tomtom maar te volgen, we zijn tenslotte toch al bijna bij de kust.
We komen aan bij de kassa voor de veerboot waarop de kassameneer ons met een uitgestreken gezicht laat weten dat hij 64 euro van ons krijgt. Ik vraag me af of we een overtocht of een overnachting hebben geboekt. Goed, het zij zo. We staan bij die kassa en alsnog de tolbrug nemen betekent meer dan een uur omrijden en dan nog tol betalen. Het moet gezegd, we genieten van de overtocht. We waaien lekker uit op de veerboot en drie kwartier later staan we in Denemarken.
We rijden nog zo’n dikke twee uur en dan komen we aan bij ons hotel. We melden ons aan de balie en geven de meneer onze internetbevestiging. Helaas voor ons blijkt die reservering helemaal niet te zijn doorgekomen in het hotel. Maar, haast de man ons te zeggen, dat is geen enkel probleem. Het hotel zit niet vol, we kunnen gewoon een kamer krijgen.
Na het inchecken gaan we voor een frisse wandeling. Het is inmiddels een uur of vijf en dus langzaam etenstijd. We besluiten Taastrup zelf in te lopen. Het centrum blijkt ergens in de grootte Het centrum blijkt ergens in de grootte tussen Schinveld en Brunssum te zitten. Een lange straat met winkels en shoarmazaken begroeten ons. Eerst willen we pinnen maar ook dat blijkt minder eenvoudig dan gedacht. De eerste automaat is buiten gebruik, de tweede heeft geen bonnetjes en dus besluit hij om maar helemaal niks te geven. De derde doet het gelukkig en we strijken neer op een terrassje van Mario. Hoe niet orgineel de naam, hoe niet orgineel de kaart. Maar Mario heeft wel fettucini met gorgonzolakaas voor ons dus dat nemen we. Het smaakt goed en met een volle buik nemen we de weg terug. De volgende ochtend starten we de auto weer en rijden in een uurtje of vier naar onze eerste b&b. Zanzibar is de exotische naam en we vinden het zonder problemen. De eigenaresse is een gezellige Zweedse met blond haar en blauwe ogen. Het exotische vinden we wel terug in haar partner, die van India blijkt te komen. Samen organiseert het paar safaritrips naar India en Afrika.. Ze doen aan wildlifefotografie en geven daarover ook nog lezingen. Ze maakt ons een lekkere salade als lunch, met knoflookbrood(jammie) en geeft ons allerlei tips voor de omgeving. We besluiten er meteen eentje op te volgen, namelijk een trip naar Marsstrand. Dat blijkt een ritje van 9km te zijn. Een mooie route bovendien. Alleen het parkeren in Marsstrand is een item apart. Er zijn grote parkeerplaatsen maar alle uitleg bij de automaten zijn in het Zweeds. Nadat Roger speciaal geld is gaan wisselen en ik zestig rondjes bij priveparkeerplaatsen heb gereden komen we erachter dat het ook met de creditkaart kan. In ieder geval. De auto staat en wij nemen het veerboot naar de overkant, aangeraden door onze b&b gids. We komen aan op een eiland dat in eerste instantie lijkt te bestaan uit typische mooie Zweedse houten huizen. Maar als we de hoek om wandelen van dit eilandje zien we een prachtige rotsenpartij opduiken. Wow. Het wandelpad bestaat uit de rotsen zelf en soms uitgehakte rotstreden. Natuurlijk kunnen we het niet laten om ook naar beneden te klimmen. Een vermoeiende maar schitterende wandeling met uitzicht op de zee, bootjes, andere eilandjes en zonnende Zweden her en der op de rotsen verspreid. We vermoeden dat het nog een heel stuk is voordat we het hele eiland rond zijn gewandeld dus op een gegeven moment nemen we een tussenpad. Dan komen we terecht in een minibos. Met allerlei loofbomen en bloemen, die zich een geheel eigen weg hebben gebaand tussen de rotsen. Aan het eind van dit mooie bosje komen we weer uit bij de huizen. We nemen ons wat drinken en een frietje. Tijdens het eten worden we scherp in de gaten gehouden door duiven, grijs/zwarte vogels (kom even niet op de naam) en meeuwen. Die laatsten zijn indrukwekkend. Ze krijgen het voor elkaar om een stel jongetjes, een tafel verder, uit angst bijna hun eten af te geven. De vader verjaagt de brutale vogels. Ook wij kijken recht in de ogen van een hongerige, frietlustige meeuw van respectabele afmeting. Het doet me even denken aan een cowboyfilm waarbij beide partijen elkaar in de ogen staren om te bepalen wie het sterkst is. Ik win. Maar de duif een een frietje gevonden heeft niet. John Meeuw stapt op de duif af en pikt de friet in. Na het eten gaan we weer via de veerboot naar de overkant. Terug bij de b&b wordt ons gevraagd of we nog iets willen eten of drinken. We willen wel wat drinken en gaan lekker op de houten veranda zitten. Of we het verboden spul willen. Ook dat willen we. Net 1 dag in Zweden en al lekker illegaal wijn en sterk bier kopen, joepie! We genieten van de zomerse avond en de eigenaar komt ons trots de twee baby’s van hun kat Smilla laten zien. De kittens zijn drie weken oud. Ik houd er eentje in mijn armen en plan in gedachten alweer kat 4 in de eijmaelstraat 13 (uiteraard houd ik dit wijselijk voor me). Smilla is zeer boos op haar baas en grijpt haar kinderen een voor in het nekvel en sleept ze weer terug naar haar nest. Daarna kletsen we nog even met de eigenaresse over van alles en nog wat. Morgen is het dinsdag, dan gaan we naar Gothenborg.

Zweden dag 2

Goteburg slaan we nog een dagje over. We besluiten de tip van b&b eigenaresse Annelie op te volgen nu het nog mooi weer is en vertrekken richting Nordens Ark. Volgens Annelie een dierenpark dat alleen bedreigde diersoorten herbergt en ze in een zo natuurlijk mogelijke omgeving probeert te huisvesten. Dat wil ik wel eens zien. We rijden ongeveer een uurtje en dan staan we voor de poort van Nordens Ark. De plattegrond belooft al veel en soms klopt de theorie gewoon met de praktijk.Het park blijkt een prachtige wandeling door bos, met aangelegde houten paden. De meeste dieren zitten zeer schappelijk gehuisvest. De enige die in mijn ogen echt te klein huizen zijn de Amurluipaarden. Geen idee hoe of waarom want een stukje verderop hebben de Sneeuwluipaarden het beduidend beter. Zij kunnen echt rotsen opklimmen tot voor de mensen bijna onzichtbare hoogten. Ook de Amurtijgers hebben een comfortabel verblijf. Natuurlijk kun je katachtige eigenlijk moeilijk houden want je ontneemt ze toch het jachtelement. Maar voor zover dierentuinen gaan is dit toch wel de mooiste die ik tot nu toe gezien heb. De Ark is een particuliere stichting en wordt o.a. gesponsord door een ekologisk (Zweeds gespeld) merk en een academisch instituut. Aan het eind van de bijna twee uur durende wandeling door berg en dal eten we in de Ark nog een lekker broodje kaas en een soort negerzoen. Dan rijden we naar het eiland Orust. De route alleen al is prachtig. Veel rotsen, veel groen, veel water. We belanden in Henan, een klein jachthaventje. Het valt als dorp echter een beetje tegen. We lopen even rond, kopen een vestje voor mij omdat ik het weer veel te optimistisch had ingeschat en gaan weer op pad. Ik lees op de achterkant van onze kaart dat er een plek is waar graven uit het bronzen tijdperk te vinden zijn. Een soort Zweedse Stonehenge misschien? We gaan ernaar toe. Dit plekje bevindt zich op het eiland Tjorn, een eiland verder naar beneden. We arriveren in Pilane en gaan op zoek. Dan staan we opeens midden tussen de graven. Het zijn ronde plekken, gemaakt door stenen in een kring te leggen en deze dan weer op te vullen met andere stenen. Soms in het midden een rechtopstaande steen. Het zijn grote cirkels, waar naar alle waarschijnlijkheid meerdere familieleden zijn geborgen. Tenminste, de urnen, want mensen werden toen gecremeerd. Ik ga op een steen zitten en raakt opeens vreemd ontroerd. Een paar tranen lopen langs mijn wangen en ik heb geen enkel idee waarom. Het voelt aan als een verdrietige plek. Waar mensen hebben gerouwd om hun dierbaren. Maar ook een mooie, geborgen plek. Waar dierbaren met een gerust hart kunnen worden achtergelaten. Maar misschien gaan mijn emoties met me op de loop. Normaal ben ik een vrij nuchter persoon. Vandaag nemen de Zweedse oermensen me mee in hun leefwereld.
We verlaten deze betoverende plek en rijden verder naar beneden, tot aan Skarhamn. Dit is ook een plaats met vele bootjes. Maar dat lijkt me logisch zo aan de kust. We zoeken een eetgelegenheid en vinden een pizzeria. Niet omdat we niks anders willen eten maar omdat we niks anders kunnen vinden gaan we hier naar binnen. Het lijkt op een veredelde shoarmazaak die er ook pizza’s bij doen. Zoals er bij ons zoveel te vinden zijn. Deze doet echter ook nog Mexicaans erbij, om het exclusief te houden denk ik. We bestellen een vegetarische pizza en een vikingpizza (Roger kon het niet laten). De pizzaman wijst ons nog op een tafel verderop waar we salade mogen nemen. Dit blijkt een koolsalade te zijn die prima smaakt. De pizza’s zijn ook goed te eten, hoewel de vikingpizza een soort mosterdsaus bevat en een vage vleessoort. Na de pizza wijst de man ons ook nog op de koffiepot. Voor een neppizzeria is er hier goed waar voor je geld te krijgen.
Na de pizza doen we nog een lekker dorpswandelingetje en rijden vervolgens terug naar onze b&b. Tot nu toe vallen ons de prijzen nog erg mee. De dierentuin was 11 euro entree p.p. De broodjes in dierentuin zo’n 2,50. De pizza’s kosten ongeveer 6,50. Niet te klagen tot dusver. Dat zal morgen in Goteborg wel anders worden.

Zweden dag 3

Ok, voor alle lezers, vandaag zijn we naar Goteborg gegaan. En om jullie al meteen teleur te stellen, ik heb er hoegenaamd niets spannends over te vertellen! Jullie zijn gewaarschuwd maar ik zal er nog iets van proberen te maken. Niet dat het nu zo’n ontzettende lelijke stad is, of saai of vervelend. Welnee, niets van dat alles.
Maar ik begin even bij het begin. Volgens Annelie en al haar goede tips moesten we parkeren op Heden (bij uitspreken beetje zingen). We vonden de parkeerplaats en er was zelfs nog een plekje vrij, hoera! Te vroeg gejuicht echter. Aangekomen bij de betaalautomaat bleek dat we te weinig kleingeld hadden en er niet met een visacard of biljetten kon worden betaald. Hoe logisch. We reden dus maar door en vonden een parkeergarage waarbij de automaat wel biljetten en visa lustte. Aldus liepen we door de stad. We namen bij het toeristenburo een kaart van de stad mee en slenterden richting haven. Daar lag ook het operagebouw. Een nietszeggend, modern ding. Interessant aan de haven was een mooi groot zeilschip en oude marineboten. Daarna zigzagden we door het hele centrum. Wat ons opviel was dat de Goteborgers erg modebewust zijn. Iedereen had zichzelf uitgedost en gestyled. Jongens liepen met een soort verwaaide scheiding naar links en iets te grote bril met dikke zwarte rand. Meisjes in leggings met korte broekjes of korte rokjes erover. Er doken ook een paar alternatievelingen op maar ook deze waren zeer zorgvuldig niet volgens de laatste mode gekleed. Goteborg kent heel veel kledingwinkels en alles wat je verder van een grotere stad verwacht. Er wonen zo’n 500.000 mensen dus dat mag ook wel. We ontdekten vele koffiezaakjes met lekkere latte machiatto. De vogels profiteerden mee van mijn broodje vegan en Roger’s kaasbroodje. Wat mistte ik aan de stad? Er waren geen kleine steegjes, geen kromme huisjes, geen junks, geen heel erg vreemde types, geen verschil te zien in oude en nieuwe gebouwen. Ik denk dat het dat was. Leuk detail; we zagen een paar zwerfsters die met chirurgische handschoenen aan de vuilnisbakken afzochten. Om maar aan te geven hoe clean de stad is. Ik denk dat Keurig het beste woord is. Alles aan Goteborg is Keurig. De mensen, de gebouwen, de straten.
Toen we nog een lekker kopje koffie deden op het terras denderden er opeens diverse vrachtwagens voorbij, met daarop zingende, schreeuwende en dansende mensen. Sommigen bevatten alleen meiden, sommigen alleen jongens, en sommige van alles wat. Ze droegen allemaal een soort witte zeemanspet en veel te luchtige jurkjes (de meiden dan). De wagens waren versierd met spandoeken en takken.
Ik vroeg aan mensen een tafel verder wat de betekenis hiervan was. Ze legde uit dat het studenten waren. Blijkbaar is het een traditie om na je eindexamen door de straten te trekken om daarna flink te feesten.
Wij wandelden rustig verder en kwamen bij een parkje met allerlei wagens waarin eten werd verkocht. Veel falaffel. Maar ik liet mijn oog vallen op de nachos fajita. Een bak nacho chips, verdronken in een rode saus met uien, pepers, maïs en tomaat. De bakjes kosten 5 euro en waren niet op te krijgen, zo machtig. Trouwens, iedere Zweed die we aanspreken zegt ons dat we het zeker wel fijn vinden dat alles nu zo goedkoop is…( de kroon is flink gedaald ten opzichte van de euro en dat merk je. Voor ons is het echter nu gewoon, betaalbaar).
Rond een uur of vijf houden we het gezien in Goteborg. Ik lees nog ergens iets over menhirs en uitzichten en we besluiten dat nog even te doen. Eerste zorg was echter om uit de stad te geraken. Dat lukte, na illegale busroutes te hebben genomen.
We parkeerden in Fajas Bracka (ik laat alle puntjes op de a’s maar even weg). We vonden de menhirs met gemak. Een indrukwekkend veld van rechtopstaande grafstenen, weer ongeveer uit het bronzen tijdperk. De grootste menhir had zelfs een naam gekregen, koning Frode.
Daarna wandelden we naar een uitzichtpunt. Een prachtige view over zowel de zee als het Lyngenenmeer. De enige plek in heel Zweden waar dit het geval is.
We daalden ook nog even de 143 houten treden af naar het meer zelf. En genoten van een mooi groot meer met veel groen en een paar huisjes. Om het af te maken tekende zich aan het eind van de horizon een regenboog af.
Rond half negen arriveerden we weer bij onze b&b. We gingen meteen achter het internet op zoek naar een nieuwe slaapplek. Deze was nog niet geregeld vanuit thuis. Ik vond er eentje in de buurt van een enorm meer. Ook een b&b. Roger belde en de meneer die hem te woord stond bleek Vlaams te zijn. Het was allemaal geen probleem. Vanaf morgen drie nachten in Gamla Skolan (30 km van Karlstad, zoek maar op). En als het goed is, draadloos internet!

Dag 4 in Zweden.

Vandaag moeten we er vroeg uit. De Vlaamse eigenaar van onze nieuwe b&b heeft gevraagd om voor half twee te arriveren aangezien hij dan nog naar zijn werk moet. De tomtom geeft aan dat het een vier uur durende rit is en dus zorgen we dat we om acht uur in de ochtend gedoucht en wel in onze auto stappen.
Als ik twee uur gereden heb doen we even een pitstop. We pauzeren bij een hotel annex restaurant annex bowlingbaan. Het ziet er nog leeg uit binnen en Roger vraagt voorzichtig aan de keukenmeneer (waarschijnlijk kok annex bediening annex kassamedewerker) of ze al open zijn. Ja hoor, dat blijkt het geval. De meneer wijst ons de koffie en de melk en loopt alvast naar de kassa. Bij het afrekenen komt hij niet op het Engelse 88. We komen er samen wel uit en hij verklaart dat hij zelf geen Zweed is. We vragen verder en naar het blijkt komt de man oorspronkelijk uit Lille. Hij heeft vijf jaar geleden een mooie Zweedse ontdekt op een cruise en is bij haar in Zweden gaan wonen. De man vertelt ook dat hij zijn huis hier gekocht heeft voor 25000 euro. Met aardig wat land erbij. Waarschijnlijk zijn de prijzen in vijf jaar wel gestegen maar in onze eerdere b&b had Annelie ook al verteld haar huisjes (twee) en land voor 150000 te hebben gekocht. En dat was nog wel in een populair gebied (vlakbij Goteborg en Marstrand). De man vertelt verder dat het hier prima wonen is, ook voor de kinderen. Alleen in de winter betekent het soms flink bikkelen. 6 Maanden sneeuw en kou, dan wil je auto nog wel eens moeilijk doen. En moet je soms flink scheppen om je een weg van de deur naar de straat te graven.
We rijden verder op zoek naar het minuscule dorpje dat onze volgende b&b herbergt (het staat niet op de kaart en de tomtom heeft er nog nooit van gehoord maar de Vlaming heeft een routebeschrijving gemaild).
We vinden het door de routebeschrijving gemakkelijk. De eigenaar ontvangt ons en laat het hele huis zien. De b&b blijkt een voormalig schoolgebouw te zijn. Arme kinderen, denk ik meteen, die waarschijnlijk flink wat hebben moeten lopen. Het gebouw ligt helemaal van een grote weg af en in de nabije omtrek kan ik alleen maar bos zien. Joshua de Vlaming kletst gezellig met ons over Zweden, verkiezingen, de gezondheidszorg (lange lange wachtlijsten hier naar het schijnt) en over hoe hij niet meer in zijn geboortestad Antwerpen kon wennen na een vakantie in IJsland. Ook hij vertelt hoeveel dit huis gekost heeft. Hij heeft 180.000 betaald eind vorig jaar, voor de oude school, een huis ernaast en paardenstallen. De oude school was toen al voor een deel opgeknapt. Nu zijn Joshua en zijn vrouw druk bezig er mooie gastenkamers in te maken. Er zijn twee badkamers in huis en twee gastenkamers klaar.
Joshua verklaart dat hij zometeen naar zijn werk moet (hij werkt op een boerderij, ekologisk). Wij besluiten een wandeling te maken. We lopen de enige verharde weg af die we kunnen vinden en dat voor bijna een uur. In die tijd komen we precies 1 auto en 1 schoolbusje tegen. Dan zegt Roger: kijk! We turen in de bosjes links van ons en staan oog in oog met een ree! Zo blijven we gedrieën staan, gedurende een paar seconden elkaar in de ogen starend. Dan bewegen wij en de ree sprint voor alle veiligheid een paar meter verder. We besluiten na een uur om maar om te draaien want nog steeds slingert de weg zich voort zonder dat we enig idee hebben waarheen. En we krijgen honger. Terug bij de b&b nemen we de auto en rijden naar Karlstadt, zo’n 30km verderop. Dit blijkt als stad niet echt opzienbarend. Maar het maakt ons niks uit. We duiken de eerste de beste Burger King in en nemen een heerlijke veggie beanburger. Die heb ik al in geen jaren meer geproefd! Voor zover ik weet kun je die eigenlijk alleen maar in Engeland bij de Burger King krijgen. Mocht iemand anders weten, dan hoor ik het graag.
Na het schransen (want dat was het) lopen we nog wat door de winkelstraten. We duiken een supermarkt in en kopen nog wat lekkere dingen. Daarmee verschansen we ons op onze b&b. De nacht ervoor hebben we beiden onrustig geslapen en dus vinden we dat we verder vandaag even niks meer gaan doen. Morgen is weer een dag en dan gaan we de omgeving hier eens goed verkennen. Volgens Joshua is er ook een dorp verderop waar zo goed als alleen maar Nederlanders wonen. Compleet met Nederlandse teksten in de supermarkt. Ik weet niet of ik dat wil zien, maakt de trip van vele uren misschien wat banaal. Misschien trekken we wel door een van de bossen morgen (niet zonder wandelkaart) en zien we nog meer dieren.
Wordt vervolgd.

Dag 5 in Zweden

Nou daar komt dag 5 dan.
Het plan gisteren was eigenlijk vroeg slapen maar rond zeven uur klopte Joshua op onze deur met de vraag of we koffie lustten. Dat konden wij bevestigen en dus begaven we ons naar de woonkamer. Zijn vrouw, Monika (jawel, ook in Zweden een gebruikelijke naam), kwam er ook gezellig bijzitten. Later op de avond meldden zich nog nieuwe gasten, een Noor met zijn dochter en vriendin van de dochter. Zij waren onderweg naar Stockholm voor een concert van Bruce Springsteen. Ze kwamen er ook gezellig bij en we kletsten met z’n allen nog tot een uur of half twaalf.
Vanmorgen rond acht uur werden we wakker en hoorden de Noren nog net vertrekken. We stonden op en sjokten tegen negen langzaam naar het ontbijt. Joshua kwam net terug van zijn werk (koeien melken) en schoof bij ons aan. We kletsten zoveel dat het al elf was toen we eindelijk besloten ook maar eens wat van Zweden te gaan zien.
Dit keer deden we een rondje Fryckenmeer (het Freakymeer zoals we het gedoopt hadden). Ik noemde het een meertje en Joshua schoot in de lach met de opmerking: een meertje van 100km lang dan wel!
Nou ja, op de kaart zag het er uit als een klein meertje ten opzichte van een paar anderen.
We kachelden op ons gemakje met de auto richting Sunne, een dorp op de helft van het meer. Roger stelde voor om een paar kilometer voor het dorp te proberen of er een route dichter langs het meer ging. Dat bleek het geval. Helaas voor ons bleek dat ook een hele hobbelige, onverharde, met diepe groeven uitgesleten, weg dwars door een bos. Roger manoeuvreerde ons heel voorzichtig (dit keer echt waar) door dit glibberige pad en na een kilometer of twee vond de tomtom ons weer terug. We stapten in Sunne uit en deden een korte wandeling door het dorp. We aten een broodje ost (spreek uit “oest) en dat betekent kaas. Daarna stapten we een System Bolaget binnen. Dat wil zeggen, een drankhandel. De Zweden zijn een raar volkje. In de supermarkt mag geen bier boven de 3,5% worden verkocht. Maar in deze staatswinkels kun je gewoon alles kopen. Ik koos voor een Riesling wijntje en Roger nam een paar flesjes Leffe. De Leffe kostte 1,60 per flesje en mijn wijn kostte 6 euro. Duurder dan bij ons maar niet onbetaalbaar.
We stapten weer in de auto en sjezen door naar de Tosseberg. Op advies van Joshua. De weg naar boven bleek nogal steil en rustig trok onze auto zich op aan het asfalt. Eenmaal boven was het niet voor niets. Wat een prachtig zicht!!! En we konden nog hoger want er stond een houten torentje die beklommen kon worden. Dat deden we dan ook. We bewonderden het uitzicht. Een goed zicht over het meer en overal groen. Daarna klommen we de trapjes weer af en namen wat eten en drinken in het restaurantje aldaar.
Toen was het zaak om weer kalmpjes bergafwaarts te gaan. De auto maakte vreemde geluiden. Bij het remmen klonk rechtsachter een schrapend geluid. We reden verder naar Thorsby. Dat lag aan het bovenste puntje van ons Freakymeer. We stapten het toeristenbureau binnen en vroegen de weg naar een soort Zweeds Bokrijk waar we van gehoord hadden. De dame achter de balie gaf ons twee kaarten mee en uitleg. We konden het zonder moeite vinden. Maar helaas, het bleek gesloten. Nou ja, we konden wel rondwandelen maar alle te bezichtigen oude huisjes waren dicht. Gelukkig was het al een mooie wandeling met een schitterend uitzicht alweer. Inmiddels was het bijna half vijf. We besloten terug te rijden en bij Kil te gaan eten. Dat lag weer onderaan het meer, een klein stukje van onze b&b vandaan. De auto kraakte en schraapte steeds meer en toen we in Kil bij een Chinees restaurant onze maaltijd nuttigde besloten we toch maar serieus de ANWB in te schakelen.
Eenmaal terug bij onze b&b lieten we ons eerst via hyves een advies geven van mijn papa. Hij vermoedde dat de rem bleef hangen. We belden dus de ANWB en wachtten rustig af. Hopelijk zou het een niet al te ingewikkelde reparatie betekenen. In het ergste geval? Een afgesleepte auto en wij met het vliegtuig terug naar huis. Maar daar gaan we nog even niet vanuit..Wordt vervolgd…Hier nog wat Zweeds voor beginners: hallo= hej (je moet het een beetje zingen he, op zijn limburgs en bij de “j”ga je naar boven), hoie= hejda, dankjewel= tack, melk=mjölk (spreek uit mjeuullik), kaas = öst (spreek dus uit oest).
De å spreek je uit als een “o”, de ä spreek je uit als “e”, de ö dus als “oe”. In Zweden hebben ze op deze manier 29 letters in het alfabet!

Laatste update: de Zweedse ANWB meneer is hier over 25 minuten.

Dag 6 in Zweden.

Met frisse moed staan we vandaag op. De wegenwachtman heeft ons gisteren een beetje kunnen helpen. De rem bleef hangen en hij heeft de boel wat losgebrand en de remblokjes anders geplaatst. Maar eigenlijk moeten er nieuwe blokjes in. Helaas is dit niet zo eenvoudig want vandaag is een nationale feestdag en dus is alles gesloten. Monika probeert voor ons nog groothandels te bellen die onderdelen verkopen. In dat geval kan haar broer ze voor ons erin zetten. Maar dit geluk hebben we niet. De enige groothandel die open is verkoopt niet de juiste blokjes. Echter, de wegenwachtman heeft ons gezegd dat we er in principe mee kunnen blijven rijden. Dat heb ik nog even gecheckt bij mijn vader en hij bevestigt het.
Dus om een uur of elf hebben we een soort van plan de campagne voor vandaag en rijden weg.
Eerste stop is Kristineham. Dit is een soort Zweeds Brunssum. En vandaag blijkt het een soort Brunssum op zondag. Het hele centrum is stil en alles is gesloten. Tot zover onze lunchplannen. Maar dan we een kebabzaak (die vind je hier echt op elke straathoek, Zweden zijn dol op kebab en pizza). Daar bestellen we frietjes. Tot onze verrassing krijgen we lekkere kruiden erop, wat groenvoer ernaast en een heerlijk bakje knoflooksaus erbij.
We gaan buiten zitten genieten. Dat vinden alle Kristinehamse vogels ook een leuk idee. Binnen een paar minuten hebben we een publiek van zo’n dikke twintig vogels die ons gebiologeerd blijven aanstaren. Als Roger dan per ongeluk een frietje laat vallen volgt er een aanval van 1 seconde zodat de friet niet eens de kans krijgt om de grond te raken. Er is zelfs een vogel die het aandurft een frietje uit mijn hand te eten. Maar we willen ze niet te blij maken ermee, het lijkt ons niet gezond voor vogels om veel gekruide frieten naar binnen te smakken.
We gaan weer op weg en onze volgende stop gaat een nationaal reservaat worden. We missen het bordje en moeten weer omdraaien. Dan lukt het wel. Nu zijn wij natuurlijk stadsmensen. We verwachten bij het woord nationaal reservaat of nationaal park een entree, wegwijzers, parkeervakken en een pannenkoekhuis. Niets van dit alles blijkt het geval hier. We komen op een soortgelijk hobbelweg als gisteren en dat is het. Midden door het bos, langs een meer en dat voor zo’n 6 kilometer lang. We stoppen even bij het meer en kijken om ons heen. Er heerst totale stilte. Een zeer relaxte plek, dat is zeker! Geen dieren, geen mensen, geen auto’s, niks.
Dan hobbelen we voorzichtig verder totdat we weer op een normale weg uitkomen. Helaas voor ons zijn we tot nu toe nog steeds geen elanden tegengekomen. We geven de moed niet op, er zijn vast nog genoeg hobbelwegen te vinden!
We rijden verder naar Degerfors. (bij terugkomst vertelt Monika ons dat het een beroemde voetbalplek is. Het schijnt een van de betere voetbalclubs van Zweden te zijn).
In Degerfors vinden we de Sveafallen, een ander nationaal park. We volgen het bordje en komen op een heuse parkeerplek, met auto’s en met mensen. Ook zijn er wat handwerkhuisjes, een museumpjejeje, en een koffiehuisje. Ow, en een minikinderboerderijtje.
We lopen wat rond en ik blijf even plakken bij een aanhalige bok. Als hij me ziet komen en ik roep: hej, rent ie meteen naar het hek en laat zijn hoofd tegen de draad vallen. Daar kan ik niet tegenop en ik kriebel hem een tijdje achter zijn oren. Dan ga ik snel Roger achterna. De Sveafallen blijkt te bestaan uit een voormalig gletsjer. Deze is nu totaal veranderd in steen. We volgen het pad en zien de enorme rotsblokken met hun tekening waar de gletsjer over elkaar geschuurd heeft. Er is een wandelroute gemaakt (ja dat denken we echt) door middel van een oranje streep op diverse bomen te verven. We besluiten de strepen te gaan volgen. Het pad is geen pad. Het pad is een weg door het bos waarbij je moet stappen over boomwortels en stenen! We hebben er een dik uur over gedaan om de 2km af te leggen terug bij het koffiehuisje. Maar het is een geweldig prachtige route! Klimmen en klauteren, een soort volwassen kinderwandeling.
Om zeven uur moeten we terug zijn bij onze b&b want we krijgen spaghetti met quorn van Monika. Het smaakt heerlijk en daarna doen we nog koffie. En daarna doen we nog wijn.
We kletsen alweer eens tot twaalf en gaan dan voor de laatste nacht in deze geweldige plek! Morgen opnieuw zoeken naar een slaapplaats. We zullen dan gaan kijken in de buurt tussen de twee grootste meren van Zweden.

Article by Monica Dols

Monica Dols Dieren, kinderfeestjes, cultuurhuisheerlen, evenementen, creatieve dingen bedenken, positief, organiseren. Monica Dols tagged this post with: , Read 132 articles by

Email

Categories

Like us

Afgrond Archief

Better Tag Cloud