Eerlijk gezegd heb ik de laatste jaren zoveel circussen gezien dat ik erover twijfelde om naar deze voorstelling te gaan. Maar de inleiding (op de Cultura Nova site) intrigeerde me toch: “Is het circus? Is het dans? Triptyque van het Canadese gezelschap ‘The 7 Fingers’ brengt het beste van allebei. Voor het eerst zijn drie van de meest toonaangevende hedendaagse danschoreografen: Marie Chouinard, Victor Quijada en Marcos Morau uitgenodigd om een poëtische botsing tot stand te brengen tussen deze kunstvormen. Triptyque is een unieke vorm van beeldend circustheater. Niet te missen!”
Ik nam dus plaats op rij 11, stoel 8 en schoof naast een jongeman die ook alleen was gekomen. We raakten meteen aan de praat en hij vertelde dat hij gecoacht werd door iemand van 7 fingers. Online, via skype, deed hij zijn handstanden en gaf de coach advies. Hij vertelde me dat hij drie jaar geleden was begonnen en zo’n 2 tot 3 uur per dag oefende. Hij kon nu ook redelijk goed op één hand blijven staan. Dat gaf mij een indicatie van de moeilijkheidsgraad. Het is niet elke dag dat je stilstaat bij hoeveel moeite, pijn en oneindig veel oefenen er zit in één voorstelling.
Het gordijn ging open en de voorstelling begon. Volgens de beschrijving zou Triptyque gaan over de verkenning van de vele talen van het lichaam. Deel 1 bestond uit een vrouw en een man op krukken. Zij deden een wonderbaarlijk, intieme dans. Intussen gebruikten ze de krukken om op allerlei manieren hun lichaam nog wat meer op te rekken of in rare posities te plaatsen. De muziek sloot naadloos aan bij de sfeer. De toon was gezet. Ik zag wat mensen onrustig worden en ik zag mensen die stilletjes genoten. Na deel 1 sloot het gordijn voor een paar minuten. Er werd omgebouwd.
Deel 2 liet een groepje mensen zien die gebruik maakten van handstandblokjes. Ze gebruikten het hele podium en pakten de blokjes op en verplaatsten ze. Alles in een vloeiende beweging. Dit deel ging over de relatie tussen stilstand en beweging. De artiesten bewogen gezamenlijk, apart en toch ook weer niet. Er werden moeilijke handstanden gemaakt, er werd gedanst. Alles omlijst door stemmige muziek.
Deel 3 volgde na de pauze. Dit bleek het meest spectaculaire gedeelte. Een ziekenhuisbed en diverse touwen zorgden voor prachtige beelden, goede acrobatiek en heel veel sfeer. Dit gedeelte ging het over het bevrijden van fysieke beperkingen. Hierdoor werd eigenlijk mooi ingezoomd op mentale beperkingen, of misschien ook wel de bevrijding daarvan.
Was het publiek in deel 1 nog een beetje beduusd, de voorstelling leek voor mensen toch een wat andere wending te hebben dan verwacht, trok men in deel 2 al wat bij. Een fijn applaus volgde. Deel 3 zorgde er echter voor dat het publiek aan het eind meteen opstond en een hartverwarmend geklap liet horen.
Ga je voor circus? Dan ga vooral niet! Ga je voor sfeer, prachtige dans, zien wat lichamen kunnen, jezelf laten meeslepen in een wonderlijke wereld? Dan ga vooral wel!!
Ik heb in ieder geval ontzettend genoten van deze 7 fingers. Een circus die geen circus is. Een dansvoorstelling die geen dansvoorstelling is. Een prachtige samensmelting zonder de gebruikelijk snelle trucjes. Wat een verademing!