Rss Feed
Tweeter button
Facebook button
Technorati button
Myspace button
Linkedin button

Op zoek naar schilderles in Heerlen-Hee art column

Deze column werd maandag 7 juni voorgedragen door Hans op de Coul tijdens de cultuurbrouwerij van platform Koeltoer in cafe Madame van Dam (redactie)

madame van dam

Wie op Google op zoek is naar een cursus schilderen in Parkstad, wordt meteen verwezen naar de Vrije Akademie ZOM. Daar mag je kiezen, wil je leren schilderen in Kerkrade of in Landgraaf? Dat is even slikken.

Verder googelen. Kijk: het Fonds voor Sociale Instellingen, het FSI, heeft de mijnsluitingen kennelijk overleefd en verwijst de ex-mijnwerkers en hun nakomelingen naar Kumulus in Maastricht, jawel weer de Kerkraadse Vrije Akademie en Kreato in Thorn. En eindelijk, daar staat ook in het rijtje: Hee-Art in Heerlen. Maar, in tegenstelling tot de andere instituten die met  adressen, telefoonnummers en websites staan vermeld, kan je met Hee-Art alleen schriftelijk contact opnemen via een postbusnummer. Nou was koempel Sjeng in zijn beste jaren al niet zo’n held in briefschrijven, dus ik vrees dat het FSI alleen uit een soort politieke correctheid ook een instelling uit Heerlen heeft vermeld. Ook via Schuncksterretje kom je niet meer te weten dan dat de Muziekschool het grootste educatief centrum is van Parkstad, maar dan moet je wel zin hebben in blokfluiten of HipHoppen. Schilderen zit niet in het pakket.

Eigenlijk wil ik helemaal geen cursus schilderen, ik heb, denk ik, andere talenten. Maar ik was op zoek naar alles over Hee-Art, naar aanleiding van een krantenartikel vorige week. Het zou niet goed gaan met Hee-Art. Mijn buro lag inmiddels bedolven onder stapels ambtelijke nota’s over cultuureducatie en dan snap je soms naar lucht via een eenvoudige vraag als: stel, ik wil leren schilderen, hoe kom ik dan terecht bij de instelling die in Heerlen cursussen op dat gebied aanbiedt. Ja, in Kerkrade kom je dan terecht. Niks mis mee, hebben die ook wat om zich cultureel mee te profileren, maar de naam Hee-Art moet je al kennen voor je begint met zoeken.

En die nota’s dan? Nou, daar gaan we.

Allereerst denken alle ambtenaren en externe adviseurs bij het woord “educatie” meteen aan kinderen, aan scholen, aan jongeren tot achttien jaar. Sorry, ik zocht niet naar zoiets als kunstonderwijs, hoe eerzaam en noodzakelijk die tak van sport ook is. O, u bedoelt buitenschoolse cultuureducatie? Misschien wel, ja, al klinkt dat wel erg naar opvangmoeders. Ben ik nou gek? Ik dacht twee en een half jaar geleden te gaan wonen in een krimpregio die lijdt aan vergrijzing en een overschot aan oudere niet-actieven. Ja, zegt de ambtenaar in mijn hoofd: dan moet u bij een andere stapel nota’s zijn. Nee, laat maar. Ik zoek wel in deze stapel. Ik moet ze zelf allemaal uitprinten, snapt u? En ik wordt geacht als oudere inwoner van deze regio krap bij kas te zijn. O, bedoelt u dat? We hebben een goed en effectief minimabeleid, hoor. We stellen u in staat om te participeren in de gehele samenleving.

Nee, ik wil alleen maar even participeren in een schildercursus, en liefst voor eigen rekening.

De nota’s op mijn buro hebben een hoog Droomland-gehalte. In december 2005, toch al weer bijna vijf jaar geleden, wordt mij een fantastisch Centrum voor Beeldende Kunsten voorgespiegeld, en ook nog bij mij om de hoek, ergens in de Willemstraat. Breed opgezet, zowel voor de amateurkunstenaars als de professionals, cursussen worden aangeboden door professionals in nieuwe lesruimtes, prachtig! De beleidsnotitie waaruit ik citeer loopt nog tot 2015, dus misschien is het nog niet helemaal af.

In 2007 wordt er een externe deskundige uit den Haag bijgehaald, uiteraard ziet hij cultuureducatie weer vooral als iets dat nodig is voor kinderen, hij ziet vooral een toekomst voor Hee-Art als de deelnemende kunstenaars bereid zijn zich om te scholen om in het onderwijs te werken. Die zouden zich volgens de planning nu naast hun werk op school bezig houden met community-art in de Heerlense wijken, en er zou op dit moment ergens in Heerlen een Tijdelijke Autoriteit Cultuureducatie rond moeten lopen die geen belang heeft bij organisaties als de Muziekschool, Schunck* of Hee-Art, maar die zich bezig houdt met het stimuleren en begeleiden van cultuurondernemers die brood zien in cultuureducatie.

Mooimooi, we zoeken verder. In oktober 2009 verschijnt de nota Cultuureducatiebeleid Heerlen 2010-2012. De al eerder aangestelde Cultuurscouts doen het kennelijk zo goed in het basisonderwijs dat ze hun werkterrein moeten uitbreiden naar de wijken en de amateurkunst.

Ik krijg dus binnenkort zo’n hopman aan de deur die mij de weg kan wijzen naar de Vrije Akademie ZOM in Kerkrade want de cultuurscouts zijn niet van Heerlen maar van Parkstad, en de nota constateert dat er in de regio niet alleen aanvullend wordt gewerkt maar ook concurrerend, met name als het gaat om Zom en Schuncksterretje.

Er is dik acht en een half miljoen beschikbaar voor cultuureducatie, daarvan moet in een nieuwe berekening zo’n acht miljoen naar cultuureducatie van de grote culturele instellingen, ik neem aan naar de grootste speler op dit gebied, zeg maar: de instellingen van het Glaspaleis en de belendende spiegeldoos.

Maar mijn schildercursus? Daarover lees ik dat ik hem “in beginsel” zelf moet betalen, maar, als ik het goed begrijp want hier wordt de nota wat ondoorzichtig, voor grote instellingen als Schuncksterretje worden de kosten van het gebouw niet helemaal doorberekend omdat de cursustarieven dan onaanvaardbaar hoog zouden worden. En er moet wel geconcurreerd kunnen worden met schilders die in hun eigen achterkamertje leerlingen houden.

Okee, dit is geen lezing dus laten we proberen een conclusie te trekken.

De kunstenaars van Hee-Art hebben het gevoel dat ze tussen de wal en het schip vallen. Er is geen duidelijke structuur, zoals een stichting of een grotere organisatie waarbinnen ze kunnen werken. Niemand weet waar ze moeten zijn om hun beklag te doen over de slechte staat van hun al jaren voorlopige behuizing of over de verlenging van contracten.  Ze zijn voor hun inkomsten afhankelijk van de cursussen die ze geven. Er is nog onduidelijkheid over het nieuwe cursusjaar dat in september begint. De werving moet nu van start.

Dus stappen ze naar de krant. Terecht lijkt mij. Maar daar worden ze op het Gemeentehuis heel onrustig van en gemeenteraadsleden van de oppositie broeien op vragen.

Wij moeten als ongebonden cultuurmakers ingrijpen. Niet om de kunstenaars van Hee-Art aan een inkomen te helpen, maar omdat de vruchten van de Heerlense lente dreigen te verdorren voor het überhaupt zomer is. Iedere Heerlenaar moet de kans krijgen om aan cultuur te doen, ook als je de pech hebt dat je ouder bent dan achttien. Laten we een short-cut maken, dat is in ons eigen belang. Juist nu cultuur op de tocht staat is het zaak om onze basis te verbreden: meer mensen bij cultuur te betrekken. En iedere aankomende amateurschilder of –fotograaf is belangrijk bij het verbreden van die basis.

Ik stel voor een klein clubje te maken die een activiteit gaat voorbereiden waar zoveel mogelijk ongebonden cultuurwerkers aan mee doen. Bijvoorbeeld: een dag van de Kunsteducatie. Op zoveel mogelijk plekken in de stad geven zoveel mogelijk cultuurwerkers gratis lessen en workshops. Schilderen, beeldhouwen, digitale fotografie, vormgeving, multi-media, tekstschrijven, architectuur, dans en theater, bedenk het maar. Niet toegespitst op de jeugd, nee kunst is er ook voor volwassenen.

Dus nu eens geen Heerlense kunstroute, maar een Heerlense cursusroute. Niet alleen bij Hee-Art, maar ook bij Cultuurhuis Patronaat, bij C-Mill op de Molenberg, bij kunstenaars thuis, voor mijn part op het Pancratiusplein of, liever nog, het Wilhelminaplein. Zodat Heerlen laat zien dat cultuur toegankelijk is voor iedereen.

En alles is gratis, ook voor mensen uit Kerkrade.

Article by Hans Op de Coul

Hans Op de Coul Hans Op de Coul (1948) studeerde sociaal-cultureel werk aan de Katholieke Sociale Academie in Enschede. In 1976 koos hij voor de journalistiek. Hij werkte dertig jaar bij de Limburgse publieke omroep.Vanaf 1990 hield hij zich als eindredacteur vooral bezig met cultuur, met inbegrip van de volkscultuur. Publicaties: “Maar er is meer”, de geschiedenis van de poëzie van Limburg in de twintigste eeuw (met Ine Sijben en Ben van Melick) Maastricht, 1999. “Voorlopig zijn wij onder ons”, over dialect, identiteit en de Limburgse publieke omroep 1945-2005, (eindredactie) Roermond, 2006 In 2008 nam hij afscheid met de tiendelige radioserie “Limburg, de Mythe”. Hans Op de Coul woont en werkt in Heerlen als zelfstandig cultuuradviseur. Hans Op de Coul tagged this post with: Read 7 articles by

Email

Categories

Like us

Afgrond Archief

Better Tag Cloud