Rss Feed
Tweeter button
Facebook button
Technorati button
Myspace button
Linkedin button

Sprookjes bestaan niet

Op zoek naar een happy end

Het was alsof ik net wakker werd uit een lange slaap. Een soort Doornroosje, behalve dan dat mijn sprookje meer op een nachtmerrie leek. Ik ben nooit wakker gekust door een prins. Alleen maar door mannen die moeders als “ fout” betitelen. Ik zocht het op, ik dacht misschien wel dat ze een prins in vermomming waren. Maar ze bleken altijd alleen maar een figurant.

Ik probeerde op te staan maar mijn botten kraakten vervaarlijk. Het deed pijn, natuurlijk deed het pijn.  Moest ik toch naar de huisarts gaan? Dat maakte de situatie waarschijnlijk erger. En als er iets was wat ik niet wilde…

Die avond dacht ik nooit te overleven. Zo’n razernij, zo’n totale onbereikbaarheid. Zijn ogen leken dwars door mij heen te gaan, net als zijn vuisten. Het enige dat ik kon bedenken was hem proberen te bedaren. Een onmogelijke taak. Dat wist ik ook wel.
Hij was in zijn dagelijkse doen al niet de beste luisteraar. Of voor veel rede vatbaar.
Alles was mijn schuld. Dat ontsloeg hem natuurlijk van enig verantwoordelijkheidsgevoel.

Dat rechtvaardigde alles. Maar ik wist dat het niet waar was. Ik ben nooit zo’n vrouw geweest die klakkeloos en zonder enig zelfvertrouwen aannam wat haar partner haar opdroeg. Ik was jarenlang erg zelfstandig. Ergens was er iets mis gegaan. Ergens was er een venijnigheid ingeslopen die ik niet kon detecteren.

Op straat stonden mensen te kijken. Buiten was het donker en bij ons brandde licht. Wat een schouwspel! Ik geloof dat ze dat ramptoerisme noemen. Het viel me mee dat er geen klapstoeltjes werden uitgehaald en thermoskannen koffie werden geschonken.
Ze stonden daar maar. En niemand deed iets. Daar lees je over maar je denkt altijd dat de media overdrijft, dat het jou niet zou overkomen, dat mensen in jouw buurt anders zijn.
Ik was de hoofdrolspeelster in een drama. Een dubbele vernedering.

Uiteindelijk gooide hij me de deur uit. Ik had de moed om weer aan te bellen en te vragen om mijn jas en sigaretten. Hij gooide ze voor mijn voeten.

Het was laat en ik liep over straat. Geen idee waar ik naar toe ging. Famillie woonde in de stad, zo’n 20 kilometer verderop. Ik had geen geld voor een taxi. Bussen gingen er niet in dit dorp. Niet dat ik er zo rationeel over nadacht. Ik liep alleen maar.
Toen hoorde ik een auto achter me. Hij draaide het raampje open en riep: ik hou van je.

Het was bijna lachwekkend. Toch stapte ik weer in en reed mee naar huis.

Het draait in mijn hoofd. Mijn gedachten cirkelen rond. Wat moet ik vanaf nu?
Wie ben ik nu nog? Eigenlijk wil ik gewoon weg maar ik weet niet waarheen. Moet ik famillie opzadelen met mijn problemen? Ik ben moe en gelaten. Dat is niet goed, natuurlijk niet. Ik zou moeten vechten en me storten op een geheel nieuw leven. Maar het ontbreekt me ergens aan de energie. Ik heb ook nooit geleerd om voor mezelf op te komen. “ nee” Was een woord dat bijna niet bestond. Dat mag echter geen smoes zijn, alleen een verklaring. Ik doe mijn best. Ik kan niet meer doen dan mijn best.

Was het maar genoeg.

Article by Monica Dols

Monica Dols Dieren, kinderfeestjes, cultuurhuisheerlen, evenementen, creatieve dingen bedenken, positief, organiseren. Monica Dols tagged this post with: Read 132 articles by

Email

Categories

Like us

Afgrond Archief

Better Tag Cloud