We zijn weer thuis. Geen ongefilterd Brand bier meer maar voorlopig even iets zonder alcohol. Geen zon maar regen. Geen loeiharde gitaren uit de PA maar een aangenaam vinylplaatje op woonkamervolume. Geen moshpit meer maar wel nog een pijnlijke schouder… En veel mooie herinneringen aan Pinkpop. Tijd voor een terugblik nu de roze rook is opgetrokken.
Jan Smeets en zijn festival lagen in de aanloop naar de 48ste editie meer dan ooit onder vuur. En de kritiek was niet mals. Een kinderprogramma volgens de één, te weinig rock volgens de ander. Vorig jaar werd het festival nog gekscherend Rollator Rock genoemd en werd er gemopperd dat dansmuziek en kleur ontbraken. Zo snel kan het blijkbaar gaan in festivalland. Achteraf gezien had Pinkpop 2017 een programma waarbij de oudjes en de kiddo’s elkaar in evenwicht hielden en ook qua genre was het in balans. Bieber en Garrix streepten we weg tegen Green Day en Kings Of Leon. Broederliefde en Ronny Flex tegen Liam Gallagher en Richard Ashcroft. En de omstreden Guus Meeuwis tegen Seasick Steve, waarbij ik moet opmerken dat Meeuwis authentieker is dan de bebaarde charlatan die al meer dan tien jaar hetzelfde kunstje opvoert. Tot zover de knuppel in het hoenderhok.
The Charm The Fury (foto: Bart Heemskerk)
Pinkpop koos dit jaar duidelijk ook voor de jeugd en dus de toekomst. Een logische keuze die slechts deels goed uitpakt. Sean Paul en Rag’n’Bone Man bleken daadwerkelijk een waardevolle aanvulling en de geelharige Finse Alma behoorde tot de grootste verrassingen. Zo ook de furieuze metalband The Charm The Fury en Busty And The Bass, dat het publiek bij Stage 4 liet dansen op haar frisse eigentijdse funksound. Maar oei, wat viel die Bieber door de mand. Playbackend en met de handen in zijn broekzak. De vergelijking met de blamage genaamd Pharrell Williams in 2015 dringt zich op. En Garrix mag dan zijn best hebben gedaan om na het Bieberdebacle de boel weer in gang te krijgen, Martin blijft een plaatjesdraaier. Broederliefde bleef ook al steken in holle kretologie voor de stuiterballen in het voorvak. Waar is dat feestje, hier is dat feestje, et cetera.
De oudjes deden het daarentegen een stuk beter. Kensington en Live stortten op de bekende wijze hun bombastische stadiongalm over het gretige publiek uit. Biffy Clyro zorgde met succes voor een stevige alternatieve noot. Kings Of Leon is zoals bekend qua interactie net zo zoutzakkerig als Bieber maar had wél anderhalf uur aan sterke songs in huis en wist ze bovendien líve te spelen. Bekwaam en strak maar ze had als festivalafsluiter beter kunnen ruilen met Green Day. Die band is weliswaar net zo prefab en voorspelbaar als Ravensburger’s ‘Iedereen Kan Schilderen’ maar weet wel hoe je als headliner de wei moet overrompelen.
Richard Ashcroft (foto: Bart Heemskerk)
Rancid bouwde een old school punkfeestje en System Of A Down liet de rockers uit haar hand eten. Richard Ashcroft excelleerde met een gepassioneerde vurige set met opvallend veel classics van zijn oude band The Verve en liet aan het jonge grut horen dat naast een kekke zonnebril en een stel pakkende liedjes ook hart en ziel onontbeerlijk zijn. De grootste verrassing bij Liam Gallagher was dat hij juist géén zonnebril droeg maar dat werd gecompenseerd met een portie branie die in combinatie met zijn recht-toe-recht-aan-Oasis-rock zorgde dat de uitpuilende Brightlands tent onbereikbaar werd tijdens zijn show.
En als we bovenstaande bij elkaar optellen komen we vanzelf uit bij Prophets Of Rage. Hart en ziel, overrompelen, gretig, old school, feest, vurig, strak, classics en branie. Dat komt ervan als je in het Trump-tijdperk de instrumentalisten van Rage Against The Machine (of Audioslave, zo u wilt) samen met Chuck D en B-Real op één podium zet. Dat zijn namelijk de frontmannen van respectievelijk Public Enemy en Cypress Hill. Als dan ook nog Serj Tankian van System of A Down het podium oploopt voor een eerbetoon aan de onlangs overleden Chris Cornell kunnen we gerust spreken van memorabel. En er zijn dus mensen die dát gemist hebben omdat ze uit principe geen kaartje kochten wegens de aanwezigheid van een blaag uit Canada en een schlagerzanger uit Brabant. Tja…
Prophets Of Rage (foto: René Bradwolff)
Mogen we tenslotte op deze plaats even wat pluimen en schouderklopjes uitdelen aan onze eigen Parkstad Popstad helden The Ten Bells en Lotte Walda? De winnaars van Nu of Nooit openden het festival met een gedegen show en werden daarbij enigszins belemmerd door een ongeval voor het podium. De sfeer zakte daardoor even in maar de band had een bar op de bühne en trakteerde het publiek. Zo maak je vrienden! Lotte Walda betoverde met haar loepzuivere zangstem en ontwapenende ongedwongen verschijning tot twee keer toe de aanwezigen in de Garden Of Love (wat een fijn stukje Pinkpop is dat toch) met een naar country neigende set, begeleid door gitaar en contrabas.
De eindconclusie: Relaxte sfeer, lekker weer, heerlijk eten en een aantal toffe concerten. Van dat laatste misschien iets minder dan gehoopt maar nog altijd voldoende om vele tienduizenden mensen een topweekend te bezorgen. Om de rockers te laten rocken, de dansers te laten dansen en de kids te laten krijsen. En voor degenen die straks in maart weer mopperend geen kaartje kopen omdat er een artiest staat die niet bij hun leeftijd of ego past: Denk aan Prophets Of Rage en bedenk je nog eens goed.
Pinkpop 2017 vond op 3, 4 en 5 juni plaats op Megaland, Landgraaf. De volgende editie is op 15, 16 en 17 juni. Alle foto’s © Pinkpop2017.
Meer foto’s en filmpjes van Pinkpop vind je op onze Instagram en die van Parkstad Popstad.
Lotte Walda (foto: René Bradwolff)
The Ten Bells (foto: Hub Dautzenberg)