Rss Feed
Tweeter button
Facebook button
Technorati button
Myspace button
Linkedin button

Trotski´s straight edgers, een radicale vlam in de vroege jaren ’90

A-1045449-1667147158-5585

‘Jongens waren we, maar aardige jongens. Al zeg ik het zelf. We zijn nu veel wijzer. Stakkerig wijs zijn we, behalve Bavink, die mal geworden is. Wat hebben we al niet willen opknappen. We zouden hun wel eens laten zien hoe het moest.’ (Nescio – ‘Titaantjes’)

Onlangs kwam het boek We could not do any better uit. Een 700 pagina’s tellend, monumentaal naslagwerk over de geschiedenis van de Europese straight edge scene. Voor dit prachtige boek waren de heren Marc Hanou en de uit Simpelveld afkomstige Jean Paul Frijns hoofdverantwoordelijken. Zo zie je maar weer dat als conflicten eindigen, zoals die gruwelijke patat-friet oorlog, mensen in staat zijn prachtige dingen te creëren… maar effe serieus: Wees erbij als het boek 8 juni in Café Bluff ook hier bij ons gepresenteerd wordt, wanneer diezelfde avond ook nog de hardcore punkbands Last, Trench War (de nieuwe band van ex-Born From Pain zanger Ché) en Rancor (zowel release party als reünie) spelen. Harder gaat het niet meer worden.

In We could not do any better wordt ook wat aandacht besteed aan de straight edge scene uit onze eigen Oostelijke Mijnstreek. Dat is eigenlijk wel terecht. Ook al zijn er nog maar een paar spaarzame individuen die the edge hooghouden, dit was toch ooit een beweging die heel nadrukkelijk aanwezig was. En het heeft absoluut een sterke invloed gehad op de ontwikkeling van die imposante hardcore punk scene die op het eind van de jaren ’90 en in het nieuwe millennium ontstond. Maar zo zag het er in het begin zeker niet uit.

Wie een beetje bekend is met onze regionale punkgeschiedenis hoef ik niet meer uit te leggen, dat er met bands van de Spoilers tot de Nato Partners al vanaf de eind jaren ’70 tot ver in de jaren ’80 een behoorlijke basis voor punk en hardcore gelegd was. Maar zoiets als een straight edge-beweging was er zeker niet. Hardcore punk hing nog sterk aan zijn sex, drugs & rock ´n roll attitude. Niet gek in een regio die na de mijnsluitingen gigantische economische en sociale problemen had, die tot op de dag van vandaag door-echoën. Heerlen was berucht vanwege zijn drugsproblematiek en criminaliteit. Wie in of in de omgeving van Heerlen opgegroeid is, zal nog steeds sterke herinneringen hebben aan de dystopische beelden van het centrum, vooral rond het station. De stad kent nog steeds haar problemen en heeft ook nog haar rough edges, maar ik ga niet mee in de beeldvorming dat er niks ten positieve is gekeerd. Er is hier vaak aangetoond dat met goede ideeën, creativiteit, pure wilskracht en een flinke portie inzet dingetjes kunnen veranderen. Zelfs als de krachten die tegen je werken veel sterker lijken. Wanneer Heerlen vandaag de dag de culturele hoofdstad van Limburg genoemd wordt is dat een groot compliment voor een stad die zich iedere keer weer met kleine middelen uit de misère weet te knokken. Ik hou van de antistad (om Maurice Hermans maar even te citeren). There, I said it. Maar genoeg dramatisch geleuter, ik dwaal af…

20240504_182048

Dat de destructieve impact die de verslavingsproblematiek op de regio had een rol speelde voor een groeiende groep hardcore punk kids – die tegen het eind van de 80’s steeds meer geinspireerd raakten door die opkomende en uit de VS overgewaaide geheelonthouderscultus – kun je denk ik niet heen. Ook als iedereen vast nog wel wat persoonlijke motivaties gehad zal hebben. Het kwam in het prille begin voornamelijk tot stand door contacten met straight edgers van boven de grote sloten – waar de band Lärm pionier an de Nederlandse straight edge was – en de Ruhrpott in Duitsland en België. Zo ontstond er langzamerhand een straight edge beweging in onze regio en in 1989 werd, nergens anders dan in Kerkrade (West… the devil is in the details) de waarschijnlijk eerste, Limburgse straight edge band ooit opgericht: Point of no Return. Vanaf dat moment werd de band en de groep eromheen (the Limbo Wolfpack) méér dan zomaar een stel concertgangers in een opkomende beweging. Ze werd er een actief onderdeel van.

Point of no Return moest met hun hard edge boodschap, waarbij attributen als baseballknuppels en werkhandschoenen met grote X-en het theater completeerden, niet al te serieus worden genomen. Het was met een behoorlijke knipoog. Toch herinner ik me vaag nog wel wat hilarische controverse rond de band. Niets nieuws onder de zon in deze regio, die controverse was er ook al rond de Nato Partners… Dingen werden al snel wat serieuzer onder invloed van de sterk gepolitiseerde straight edge scene uit het noorden van het land, waar bands zoals Profound (later Man Lifting Banner en met leden van dat voormalige, uiterst linkse combo Lärm) straight edge verbonden met een uitgesproken Marxistische boodschap. En na een jaar of twee werd uit de as van het niet zo heel serieuze Point of no Return Feeding the Fire geboren.
Ik moet erbij zeggen dat de straight edge beweging in Europa sowieso veel meer gepolitiseerd was dan in de VS. Wat aan de andere kant van de oceaan ontstond als een nog sterk individualistische beweging, werd hier een broedplaats voor progressieve ideeën over radicale verandering op elk sociaal, politiek, economisch of ecologisch gebied. Maar Feeding the Fire was niet zomaar het zoveelste hardcore bandje met wat kritische statements tegen welk onrecht dan ook, zoals we er zoveel in die tijd hadden. Dit was een band met een sterke, ideologisch gestructureerde boodschap, die onttrokken werd aan revolutionair socialisme.

Achteraf gezien kan men zo zijn bedenkingen hebben over hoe naïef en orthodox een deel van die standpunten waren (en de meeste bandleden zullen er vandaag de dag vast hetzelfde over denken). Echter, door die uitgesprokenheid straalde de band wel een bepaalde viriliteit uit die anderen misten. Het was een concept dat ze speciaal maakte. Daarbij waren ze zich ook muzikaal goed aan het ontwikkelen. Feeding the Fire, waaruit jaren later min of meer het fameuze Born From Pain voortkwam, kende heel wat bandwisselingen.
Alleen huidige Born from Pain-zanger Rob Franssen doorliep de hele riedel vanaf Point of no Return (1989-1991) naar Feeding the Fire (1991-1997) tot en met Born From Pain (1997-nu). Daarbij zong hij tussendoor ook nog bij Backdraft (1993-1994), het ‘kleine straight edge broertje’ van Feeding the Fire, waarvan de bandleden voornamelijk uit Simpelveld kwamen. Dit mag je toch wel een buitengewone passie en gedrevenheid voor hardcore punk noemen.

Ilona_ftf

Terwijl Point of no Return nog voornamelijk lokaal en regionaal kleine shows speelde, acteerde Feeding the Fire steeds meer over de grenzen. Vaak met hun ideologische tweeling Man Lifting Banner of bevriende band Spawn uit de Ruhrpott. Iets later volgden er kleine Europese tourtjes, ook met andere bands zoals het Canadese Chokehold of het Engelse Unborn. In de midden jaren ’90 werd er op grotere festivals gespeeld met hardcore grootheden zoals Snapcase, Sick Of It All of Madball, om er maar een paar te noemen. In die tijd fungeerde ik regelmatig als chauffeur, roadie en merch-mannetje voor de band en ik had het niet willen missen. Ook als we soms in vrij bizarre situaties verzeild raakten. Maar dat is weer een heel ander verhaal…

De aanwezigheid van deze sterk naar links geradicaliseerde straight edge beweging leidde ook nog tot een andere curiositeit: Het ontstaan van een afdeling van de Trotskistische Internationale Socialisten in Heerlen. Een zusterpartij van de waarschijnlijk bekendere, Britse Socialist Workers Party. De overgebleven revolutionairen van deze beweging zullen wat ik nu zeg waarschijnlijk niet graag willen horen, maar zonder deze merkwaardige aberratie binnen hardcore punk zou deze natuurlijk nooit bestaan hebben. De afdeling bestond in het begin grotendeels uit straight edgers die actief lid werden, aangevuld met wat linkse skinheads en jongeren uit andere, subculturele niches. Ik sluit niet uit dat de geschiedenis van de mijnstakingen in Engeland en de rol daarin van het linkse skinhead combo the Redskins, vooral hier in onze Mijnstreek, voor wat extra romantische aantrekkingskracht hebben gezorgd. Het leek in ieder geval in niets op de studentikoze, linkse clubjes die je in andere steden zag.

De Heerlense afdeling van de Internationale Socialisten (1992-1996) was een paar jaartjes erg actief, vooral in de studentenstrijd (waarover hier eerder dit artikel verscheen) en de strijd tegen racisme en fascisme. De ondergang ervan liep, ook niet verrassend, bijna synchroon met de teloorgang van de politieke straight edge in de Oostelijke Mijnstreek. Of het einde van het Heerlense Trotskisme door politieke of persoonlijke redenen werd ingeluid? Waarschijnlijk een combinatie van beide. Maar terwijl bepaalde dingen tot een einde kwamen was hardcore punk still going strong in de Mijnstreek Oost (met alvast een knipoog naar de opkomende Mijnstreek Oost Crew) en werd er nog een laatste, goeie scheet in onze straight edge scene gelaten. En geloof me, dat was een harde…’so bring out the Rancor!’

105342_photo

Rancor, een band met twee Kerkradenaren, een Limbo-Belg en een drumcomputer was the next big thing to come toen ik ze in 1995 de eerste keer op het hardcore festival in De Boerderij in Geleen zag. Toen ik ze in 1997 de laatste keer zag in de Oefenbunker, waar een mixed crowd van hardcore punkers, metalheads en gabbers uit haar plint ging, wisten we dat het einde nabij was. Een band die hoog vloog maar helaas ook weer – al was het alleen al door de zelfdestructieve mechanismen – snel ter aarde stortte. Toch hebben ze in hun korte bestaan zo’n sterke, ecologische voetafdruk op onze hardcore scene achtergelaten dat la Thunberg er How dare you?! over zou mogen zeggen.

Rancor hoorde niet meer echt tot die sterk gepolitiseerde straight edge stroming. De quasi-occulte metaforen die er soms in de teksten zaten hadden een stuk individualistischere boodschap. Hierin, maar ook vooral in hun muziek, leken de voornaamste invloeden uit Cleveland (denk aan bands als Integrity of Bowel) te komen. Ze waren pioniers van de regionale metalcore en zijn hierin een blijvende invloed op latere bands geweest. En net als bij sommige voorgangers uit de Oostelijke Mijnstreek was hier ook weer de nodige controverse (begint u een patroon te herkennen?). Of het nu ging om geweld op concerten, de associaties met de gabberscene of de manier waarop deze straight edge band ineens naar schier onverzadigbare hedonisten was geëvolueerd: Het pathos hadden ze in ieder geval zeker aan hun kont hangen. Alhoewel sommige verhalen die over ze de ronde deden, voortkomen uit het feit dat dingen altijd uit hun context getrokken worden. Of gewoon domme leugens waren. Maar wanneer er over je geluld wordt, dan doe je toch iets goed.

Het is daarom niet verwonderlijk dat ze nog steeds hoog op de wensenlijstjes voor eventuele reünies staan. Welnu, grijp jullie kans dan maar 8 juni in Café Bluff. Als zij er, onder anderen, staan en dat prachtige boek dus ook bij ons gepresenteerd wordt: WE COULD NOT DO ANY BETTER! Wij, denk ik, ook niet. LIMBO WOLFPACK!

435102087_826131086198469_6502052450472054132_n

 

 

Article by Jens Rademakers

Jens Rademakers Authors bio is coming up shortly. Read 59 articles by

Email

Categories

Like us

Afgrond Archief

Better Tag Cloud