De tweede voorstelling die ik van Cultura Nova bezocht bleek meteen weer een pareltje.
Een band, een soprane, een zanger/verteller, een vertelster/zangeres. De band zet in, de mannelijke verteller komt op. In het zwart/grijs. Een beetje ruig, een mutsje op, een arbeiderslook. Misschien ook wel gewoon hip in Berlijn, waar hij woont. Zijn vriendin verschijnt op het toneel. In een een zwart jurkje annex hemd. Ze is overduidelijk zwanger. Ze zijn uit, in Berlijn. In een hippe club waar vroeger de soldaten vochten. Een militair gebouw. Hij doet er cynisch over. Zij wuift het lachend weg. Ze “hensjele” wat over en weer. Dan krijgt hij telefoon. Zijn moeder ligt op sterven. Hij moet terug naar zijn roots, terug naar Limburg.
Onderweg op de autobaan argumenteren ze voortdurend over wortels. Over Limburg, carnaval en zijn ouders. Over zijn vader mag niet worden gesproken. Hij is altijd negatief. Hij haat alles aan zijn afkomst, zo lijkt het. Zij is, als Belgisch Limburgse, veel positiever en zachter. Ze brengt een ode aan de “zachte g”. Hij praat met een Hollands accent maar wil geen Hollander genoemd worden. Dat niet. Hij is zo boos. Zo boos. Maar in zijn boosheid is hij eigenlijk ontzettend humoristisch. Hij spreekt zichzelf tegen, is kinderlijk onredelijk. En dat maakt het erg grappig. Zij is voortdurend ongelofelijk opgewekt en als hij zichzelf niet belachelijk maakt, dan doet zij dat wel.
De soprane zit achter een tafel met aardappelen en schilt deze tijdens de gehele voorstelling. Ook terwijl ze zingt. Ze zingt het Limburgs Volkslied, ze zingt Italiaanse opera, ze zingt Limburgs, ze zingt “Lieve Kleine Piranha”. De band speelt er tussendoor maar laat ook, samen met de zanger, volwaardige nummers horen. Soms ook samen met de soprane. Die verwevenheid van klassiek met pop maakt het net nog wat meer speciaal.
Waar zit geluk en wat is geluk? Is je afkomst erg belangrijk? Kun je je wortels verloochenen? Zaken om over na te denken. In die zin is de de voorstelling genoeg diepgaand. Maar de echte parel zit in de teksten. Poëtisch bijna. Vloeiend en prachtig verwoord. Elke zin. Elke emotie zit verpakt in kadopapier met een lintje erom en een sticker erop van tekstschrijver Jibbe Willems. Samen met de artistieke leiding van Servé Hermans en Michel Sluysman is er een voorstelling uitgerold die de je meesleept in zijn volledigheid.
Persoonlijk was ik overigens zeer ontroerd door het nummer van Gorki, ‘Lieve Kleine Piranha’. Erg mooi gebracht en een ode aan Luc de Vos.
Waar het vlakke land gaat plooien van Toneelgroep Maastricht is vanavond (dinsdag) nog te zien in de Nieuwe Nor. Haal snel kaartjes!
Foto’s: Heerlen MijnStad