vogels
zoals het eten op aanrecht, nog in fruitschaal
en de resten in pannen op de vloer nog staat
zo verteren wij ook langzaam – het is niet
het beurs worden, ‘t traag gaan geuren
het zien wat normaal besloten in maag
en darmkanaal zou gebeuren
zo in het oog springend opeens, zo helder
– maar het ontkennen en het laten staan
(we kunnen nu nog evenveel als oud fruit
uitdrogen en verharden, bruinen en weken
schimmelen en traag gaan rotten
tot de maden komen, tot we uiteen)
hopend op een vogel die de vruchten eet
en de zaden buiten vallen laat
om toch nog te ontkiemen, om toch nog
vogel te kunnen zijn.
het wrange aan liefde
het wrange aan liefde is
dat je elkaar steeds net
mist als je elkaar raakt
en beseft dat je elkaar
al kwijt bent geraakt
zonder titel
er zijn veel omstandigheden waaronder
iemand buigt – of barst of breekt
ik zei ooit dat in dagen van verlangen
er verlangen zou woeden in mij
en ook om mij – zo hard, zo belangeloos
dat hij zou weten dat
toch ik heb geleerd hoe een lichaam
trillen kan, huilen en schokken kan
hoe pijnlijk een lichaam woorden
inhouden kan als het moet
en dat het tomeloos is
het breken is onverklaarbaar
en soms zou je willen
dat je kon liefhebben zoals
je breken kunt
en dat dat dan genoeg was.