Hoewel 1967 als officiële geboortedatum geldt, ligt de basis van Status Quo in 1962. Toch weerhoudt dat de band er niet van om 52 jaar later nog steeds ongegeneerd te rocken in een nagenoeg uitverkochte Rodahal. Drie akkoorden en gas geven, meer hoeft het niet te zijn vanavond. Foto’s: Joep Deumes
Status Quo veroverde de wereld met snoeiharde boogierock maar raakte uit de gratie nadat ze tegen het einde van de jaren ’80 voor een poppy geluid koos en een reeks abominabele albums afleverde. Na de eeuwwisseling hervond de band zich langzaam maar zeker, met een reünie van de klassieke bezetting (‘The Frantic Four’) als luidruchtig hoogtepunt.
In Kerkrade is daar helaas enkel nog het iconische koppel Francis Rossi / Rick Parfitt van over maar omdat toetsenist Andy Bown er al sinds 1976 bij is en bassist John Edwards ook alweer bijna 30 jaar geleden aanhaakte, is deze Quo bijna net zo classic. En ook zij weet hoe de beuk er in te gooien.
Genoemde reünie heeft Rossi en Parfitt blijkbaar goed gedaan want ze ogen vitaal en draaien de klok geregeld terug naar de vroege jaren ’70, met beukende versies van ‘Paper Plane’, ‘Oh Baby’ en ‘Big Fat Mama’ uit 1972, ‘Railroad’ uit 1971 en het nog een jaar oudere ‘Down The Dustpipe’. De aanwezigheid van Chuck Berry’s ‘Rock ‘n’ Roll Music’ en ‘Bye Bye Johnny’ maakt de trip down memory lane compleet.
Uiteraard, en tot grote vreugde van de fans, ligt de nadruk op de succesperiode daarna. ‘Caroline’, ‘Rain’, ‘What You’re Proposing’, ‘Little Lady’, ‘Roll Over Lay Down’, ‘Whatever You Want’, ‘Hold You Back’, ‘Rockin’ All Over The World’, ‘Down Down’… Strak uitgevoerd, met plezier vertolkt en luidkeels meegezongen door het springende en headbangende publiek.
Hoewel decennia geleden al afgeschreven door de muziekpolitie, zet The Quo in Kerkrade een overtuigende en ouderwets rockende greatest hits show neer die respect afdwingt. Recht vooruit, met ronkende gitaren en zonder poespas. Again again again and deeper and down…
Status Quo speelde op donderdag 4 december in de Rodahal, Kerkrade. Met dank aan Buro Pinkpop.